Inhoudsopgave
De Universiteit Maastricht richt dit voorjaar een Unit Gevoelige Samenwerkingen (Sensitive Partnerships Unit, SPU) op. Deze eenheid wordt het eerste aanspreekpunt voor de UM-gemeenschap bij vragen of zorgen over samenwerkingen, kennisveiligheid, mensenrechten of partnerschappen met fossiele of gevoelige industrieën.
Het onderwerp wordt in de komende vergadering van de Universiteitsraad besproken.
De SPU zal dienen als een poortwachter en adviesorgaan. Het team maakt een eerste inschatting van de risico’s van (mogelijke) samenwerkingen. Indien nodig worden zaken doorgestuurd naar gespecialiseerde commissies op het gebied van kennisveiligheid, mensenrechten of gevoelige industrieën.
Mensenrechtenclausule
Vanaf de lente van 2025 zullen alle nieuwe samenwerkingen en verlengingen met academische en niet-academische partners een mensenrechtenclausule bevatten. Dit maakt het mogelijk om de samenwerking te beëindigen wanneer een van de partijen betrokken blijkt te zijn bij internationale misdrijven of ernstige mensenrechtenschendingen.
Behalve de SPU komt er ook een Commissie Gevoelige Samenwerkingen. Die kijkt in drie subcommissies naar, kennisveiligheid, mensenrechten en samenwerkingen met fossiele of gevoelige industrieën.
Betaalde functies
De overkoepelende commissie bestaat uit vier leden: de voorzitters van de drie subcommissies en een ethisch expert. Een vaste secretaris ondersteunt het geheel. Om flexibiliteit te garanderen, kunnen de subcommissies bij specifieke gevallen een beroep doen op een groep van vijf ad-hoc-experts. Omdat vermoed wordt dat de leden behoorlijk tijd kwijt kunnen zijn aan hun commissie-werk, worden de functies betaald.
Onderbouwde argumenten
Het bestuur van de Universiteit kan besluiten een samenwerking voort te zetten, op te schorten, te beëindigen, te vernieuwen of niet te starten. Bij afwijking van het advies van de Commissie Gevoelige Samenwerkingen moet het bestuur deze beslissing met onderbouwde argumenten toelichten.
Om het nieuwe kader te testen, zal UM in 2025 starten met een pilotfase. In de eerste helft van het jaar worden drie casussen beoordeeld, waaronder samenwerkingen met partners in Israël.
Bovendien komt er één centraal contactpunt op UMployee, waar medewerkers richtlijnen en zelfevaluatie-instrumenten kunnen vinden om risico’s van projecten of activiteiten te beoordelen.