Inhoudsopgave
Het toch al tot de verbeelding sprekende schouwspel De Drappeau-zegening in de Sint Servaasbasiliek werd door een ‘preek’ van De Tempeleers voorzitter Bastiaan Klomp een om in te lijsten. Met zijn Hoop-rede, uiteraard in oonvervals Mestreechs, deed hij een krachtige oproep om niet alleen met de Vastelaovend te relativere, allemaol geliek te zien en ’t same doen. In een wereld die harder en harder wordt ziet de preses van De Tempeleers in Vastelaovend niet alleen een tijd van plezeer en sjariteit. “De Vastelaovend liekend mie es oets e good medicijn tege de kleinere en spitsere wereld vaan allerwijl”.
Net zoals ieder jaar de stadsprins te horen krijgt ‘Zoe’ne gooje höbbe veer nog neet gehad’; zo lijkt dat adagium ook te gelden voor de Drappeau-zegening. Editie 2025 werd van de opkomst van alle carnavalsverenigingen en zate hermeniekes en de prinsen en prinsessen, tot en met ’t Hoera, Vivat Mestreech! een avond van lek vinger lek doum.
Met een programma vol muziek en zang werd woensdagavond op een mooie wijze toegewerkt naar het moment suprême: de zegeningen van de drappeaus.
In 2020 vond voor het eerst officieel in de basiliek aan het Vrijthof deze zegening plaats. Een try-out een jaar eerder, georganiseerd door het cultuurgezelschap de Vief Köp, maakte duidelijk dat deze traditie uit Keulen ook in Maastricht tot de verbeelding ging spreken.
De opkomst van al die Maastrichtse vastelaovendsgezelschappen is zonder overdrijven indrukwekkend. Net zo zeer de anderhalf uur dat al die veendeldregers op het altaar in het gelid staan. Dat deken John Dautzenberg bij dit soort gelegenheden de juiste man op de juiste plaats is, dat bewees hij ook woensdagavond. Met zijn Kirchraojse tongval of woorden lukt het hem zonder inspanning ook een Maastrichtenaar te zijn, zo u wilt: eine vaan us.
En toen was er Bastiaan Klomp. ‘Hoop’. Zo begon zijn rede. Om daarna gelijk duidelijk te maken hoe hij de wereld van nu ziet. Zijn kracht bleef een dikke twee minuten lang: duiden hoe de wereld van nu beter af is met hoe de Vastelaovendvierders met elkaar omgaan. In een wereld, zo sprak hij, “Dee heller en heller weurt; neet mie luustere nao ein; zoonder of wienig deepgaank”. Zijn meest tot de verbeelding sprekende woorden werden: “Wie zowwe veer mie vaan ein kinne fele. Get toleranter nao elkaar touw zien.” Om daarna zelf het antwoord te geven: “De Vastelaovend liekend e good medicijn tege kleinere spitsere wereld vaan allerwijl”. Om later daar ook nog aan toe te voegen: “Zeuk ouch de verbinding en betrekkelekheid in de 362 daog tot ’t neet Vastelaovend is.
Deken John Dautzenberg had het niet mooier kunnen zeggen: “Liert vaan de krach vaan de Vastelaovend.”