Inhoudsopgave
Togen heel wat mensen op 2 januari naar het Nationaal Archief in Den Haag, de dochters Emine en Aynur van Mustafa Kaya zijn vandaag vanuit de Randstad naar Maastricht gekomen. Zij speuren vandaag in het Historisch Centrum Limburg (HCL) naar nieuwe informatie over het verleden van hun vader.
Ieder eerste werkdag van een nieuw jaar openen archiefcentra de deuren voor de Openbaarheidsdag. Het HCL aan de Pieterstraat is niet alleen een schatkist voor Maastrichtse speurneuzen naar het verleden. Onder de naam Gedolven Herinneringen worden in de voormalige Minderbroederskerk alle personeelskaarten van mijnwerkers beheert.
Oorlogsdocumentatie
Laat de website van het Nationaal Archief in Den Haag wegens verwachte drukte weten dat de studiezaal alleen toegankelijk is na het maken van een afspraak; in het Historisch Centrum Limburg is het business as usual. Tenminste wat betreft de drukte. Een van de medewerkers: “De grote drukte in verband met het vrijgegeven van oorlogsdocumentatie is toch echt een Haagse aangelegenheid.” De afgelopen maanden stond het openbaar maken van archieven die direct te maken hebben met de nadagen van de Tweede Wereldoorlog behoorlijk in het nieuws. Vooral vanwege het digitaal openbaar worden van documenten over collaborateurs. Door dat vrijgeven werd echter omwille van privacygegevens op het laatste moment (voorlopig) een streep getrokken.
Turkije
De reden dat Emine en Aynur Kaya deze tweede januaridag in Maastricht verblijven is van een geheel andere orde. Vader Mustafa kwam in 1963 naar Nederland. Vanwege het Zuid-Limburgse heuvellandschap koos hij voor een baan in de mijnindustrie. Hij vertrok uit Turkije, volgens dochter Emine, om op avontuur te gaan. Toch streek hij neer in een omgeving die hem aan thuis deed denken. Geboren en opgegroeid in de historische stad Trabzon aan de Zwarte Zee zag hij in het Zuid-Limburgse Heuvelland veel terug van de eigen regio. Aynur Kaya: “Hij had ook bij Hoogovens kunnen gaan werken. Maar de mentaliteit en het landschap van Zuid-Limburg vond hij veel aantrekkelijker.”
Buitenbeentje
Zijn keus om in de mijnen van Oranje Nassau I en later II te gaan werken, maakt van hem een buitenbeentje. Behalve mensen uit de eigen regio werken in oostelijke mijnstreek ook veel Duitsers, Joegoslaven, Polen en Hongaren. Namen van Turkse medewerkers zijn niet veel te vinden. De twee dochters van Mustafa Kaya vertellen met trots over hun vader. Vandaag zijn ze in Maastricht te weten gekomen dat hij bij Oranje-Nassau begon als terreinwerker. Wat dat precies betekent gaan ze later uitzoeken. “Die informatie hadden we nog niet. Wel dat hij tot aan zijn pensioen machinist is geweest en daarvoor rangeerder.”
Geschiedenis
De familie Kaya hoopt in Maastricht de laatste puzzelstukjes te vinden van een rijke persoonlijke geschiedenis van vader Mustafa. Weliswaar hebben Emine en Aynur, na beiden een universitaire studie te hebben gedaan, hun leven opgebouwd in de Randstad; ook zij hebben nog steeds warme gevoelens over de regio Zuid-Limburg. “Dat komt ook omdat onze pap in de loop der jaren een Zuid-Limburger werd in hart en nieren. Hij werd lid van de carnavalsvereniging, was politiek actief voor het CDA en was actief bij de worstelvereniging KSV Simson. Beiden zijn voornemens het rijke sociaalmaatschappelijke leven van hun vader zo volledig mogelijk in beeld te krijgen. “Hoe hij werkte, leefde en samen met onze moeder hier gelukkig werd is de moeite waard om zo compleet mogelijk te onderzoeken.”
Emine en Aynur blijven de komende dagen nog in Maastricht en omgeving. “We zijn maar wat blij met wat we hier in de archieven van HCL kunnen vinden. En dat ook nog eens in een omgeving die zelf bol staat van eeuwen geschiedenis.”