Inhoudsopgave
Dat minister Eppo Bruins en de universiteiten in Nederland geen gelukkige match is, is al langer bekend. De minister pakt enthousiast de internationalisering van de universiteiten aan. Dat kan grote gevolgen hebben voor de instroom van buitenlandse studenten in de UM. Bruins heeft nu de volgende knuppel in het hoenderhok gegooid: hij wil dat universiteiten vanaf 2026 geen publieke middelen meer inzetten voor commerciële diensten.
Nu kunnen studenten bijvoorbeeld sporten voor 25 euro per maand. Ze hebben daarvoor een all-in-one abonnement bij UM Sport, waarvoor buitenstaanders meer dan het dubbele moeten betalen: 54,50 euro. In zijn brief aan de kamer noemt Bruins sportvoorzieningen in één zin met 'horeca-activiteiten'. Volgens Josephine Knegtering van de universiteit is de mensa uitbesteed en legt de universiteit daar geen publiek geld bij.

Een van de doelen die Bruins nastreeft is dat er geen oneerlijke concurrentie mag zijn met andere bedrijven. Hij wijst zelfs naar de Europese regels die staatssteun verbieden.
Woorvoerder Josephine Knegtering zegt dat de universiteiten al lobbyen tegen de plannen van Bruins. "Het gaat om publieke taken in het belang van onze studenten en ook in het bredere belang van de samenleving. Als we de minister zouden volgen, worden we gedwongen de tarieven te verhogen of voorzieningen te schrappen. Dat is voor ons niet acceptabel."
De maatregel geldt overigens niet alleen voor universiteiten, maar ook voor hogescholen en bijvoorbeeld mbo's.
