Doorgaan naar artikel

Maria Joanna Motte wilde meer passie

Een panorama van Maastricht (1740), gezien vanaf de Sint Pietersberg. Beeld: Beeldbank Historisch Centrum Limburg (HCL)

Inhoudsopgave

Het zal niet gemakkelijk zijn geweest voor Maria Joanna Motte. Inmiddels was zij al meer dan vier maanden getrouwd, maar haar wittebroodsweken, en de periode daarna, brachten haar weinig huwelijksgeluk. Haar kersverse echtgenoot Martinus Wijnen toonde geen affectie. We zullen nooit te weten komen of helemaal geen intimiteiten plaatsvonden binnen het huwelijk, of dat deze intimiteiten na de huwelijksnacht wellicht waren gestopt.

Eén ding is wel zeker, namelijk dat Maria Joanna helemaal klaar was met de situatie. Als Maria Joanna in de tegenwoordige tijd zou hebben geleefd, dan zou zij haar echtgenoot waarschijnlijk tot huwelijkstherapie hebben gedwongen. Maar in de achttiende eeuw stapte je voor dit soort problemen naar de notaris, en dat deed Maria Joanna ook. Deze week reizen we terug naar het jaar 1737. In dat jaar was Jacob van Brienen de Luikse burgemeester van Maastricht, terwijl Godert van Slijpe van Brabantse zijde de burgemeester was.

Huwelijkse plichten vervullen
Guillaume Caris was in die periode een van de vele notarissen in Maastricht. In 1722 was hij door het stadsbestuur aangesteld als notaris. Hij zou uiteindelijk in het harnas sterven. Op 18 mei 1762 passeerde hij zijn laatste akte. Hij woonde toen bij de Boschstraat, in de Sint Catharinagang. Mogelijk dat hij daarna ziek is geworden, en niet meer herstelde. Op 6 juli van dat jaar 1762 werd hij begraven in de Sint Nicolaaskerk, destijds gelegen naast de Onze Lieve Vrouwekerk, waar hij een graf kreeg vóór het altaar van de Heilige Maagd Maria. Het protocol (verzameling van akten) van notaris Caris is zeer omvangrijk te noemen, en is daarmee van groot belang voor de geschiedenis van Maastricht en haar inwoners.

In zijn veertigjarige carrière (1722-1762) verwelkomde notaris Caris menig Maastrichtenaar op zijn kantoor. Ook de ongelukkige Maria Joanna Motte had haar weg gevonden naar notaris Caris. Zij vertelde de notaris dat haar echtgenoot, met wie ze op 15 juli 1737 in de Sint Nicolaaskerk was getrouwd, zijn huwelijkse plichten niet vervulde. In plaats van met haar in vrede en liefde te leven, behandelde Martinus zijn kersverse echtgenote slecht, zo liet Maria Joanna weten. Hoewel in de akte die werd opgemaakt niet expliciet wordt vermeld dat Maria Joanna meer passie in haar huwelijk verwachtte, kun je tussen de regels door wel lezen dat dat de reden van haar bezoek aan de notaris was.

De Sint Nicolaaskerk (links) en de Onze Lieve Vrouwekerk. Martinus Wijnen en Maria Joanna trouwden in de Sint Nicolaaskerk op 15 juli 1737. Een negentiende-eeuws olieverfschilderij door Alexander Schaepkens. Beeld: Bonnefanten

Een ongemakkelijk bezoek
Maria Joanna verzocht notaris Caris om haar echtgenoot Martinus ter verantwoording te roepen met betrekking tot zijn slechte gedrag. Guillaume Caris schakelde daarop zijn ambtgenoot notaris Johan Guichard in om hem te vergezellen tijdens een bezoek aan Martinus Wijnen. Notaris Guichard was in 1728 tot notaris aangesteld, zes jaar na zijn collega Guillaume, maar hij zou zelfs nog langer dan Guillaume in functie blijven. Toen Johan in 1779 overleed, was hij nog steeds notaris, zodat hij meer dan vijftig jaar het ambt van notaris vervulde. In onze tijd is het onmogelijk om vijftig jaar in functie te blijven als notaris. In de maand dat een hedendaagse notaris zijn zeventigste verjaardag viert, is hij van rechtswege ontslagen.

Op 25 november 1737, om kwart voor negen in de ochtend, trokken de notarissen Caris en Guichard hun jas aan om Martinus Wijnen te bezoeken. Of Maria Joanna Motte op dat moment ook thuis was, is niet bekend. Het zal ongetwijfeld een ongemakkelijk bezoek zijn geweest, want de notarissen hadden van Maria Joanna de opdracht gekregen om haar echtgenoot te waarschuwen dat als hij zijn huwelijkse plichten niet zou gaan vervullen, zij genoodzaakt zou zijn om rechtsmaatregelen te gaan nemen. Zij zou dan willen scheiden van Martinus. De notarissen moesten Martinus mededelen dat hij in dat geval maar beter kon instemmen met een echtscheiding. Maria Joanna wilde voorkomen dat er ruzie zou ontstaan, met als gevolg reputatieschade en hoge kosten. Als Martinus niet meer met haar verder wilde gaan, dan zou Maria Joanna dit accepteren.

Een notaris in zijn kantoor, in 1672 geschilderd door Job Adriaenszoon Berckheyde. Beeld: Public Domain Wikimedia Commons

Martinus Wijnen krijgt de smaak te pakken
Hoewel zijn naam dat niet doet vermoeden, was Martinus Wijnen blijkbaar Franstalig, want in de notariële akte werd tussen de regels door gekriebeld dat de notarissen hem in het Frans hadden toegesproken. De echtgenoot van Maria Joanna Motte liet de notarissen weten dat hij zijn leven zou gaan beteren. Hij zou op een vredige wijze met Maria Joanna verder door het leven gaan, zoals een vrome echtgenoot dat behoorde te doen. De akte die naar aanleiding van het bezoek werd opgemaakt, werd vervolgens afgesloten met een belofte die Martinus gedaan zou hebben aan de notarissen, namelijk dat hij zijn plichten zou vervullen ‘met handtastinge’. Dit kan onmogelijk iets anders betekenen dan dat Martinus beloofde intiem te zijn met zijn echtgenote.

Uiteraard zullen we nooit precies weten wat tijdens het bezoek van de notarissen Caris en Guichard allemaal besproken is, maar één ding is wel zeker, namelijk dat Maria Joanna de door haar zo begeerde affectie na het bezoek van de notarissen ontving van haar echtgenoot. Op 21 september 1738, bijna tien maanden nadat Martinus gewaarschuwd was geworden, liet het echtpaar Wijnen-Motte een eerste kind dopen in de Sint Nicolaaskerk. In die tijd werden kinderen reeds op de dag van de geboorte, en anders een dag later, gedoopt. Het was een dochter, die de namen Maria Elisabeth ontving. Hierna zou Martinus de smaak te pakken krijgen, want na de geboorte van dit eerste kind werden ook nog in 1741, 1745, 1747 en 1749 kinderen van dit echtpaar ingeschreven in het doopboek van de Sint Nicolaaskerk. De notarissen Caris en Guichardhadden dus goed werk geleverd. Maria Joanna Motte kon tevreden zijn.

De handtekeningen van de notarissen Guillaume Caris en Johan Guichard onder de akte die zij opmaakten naar aanleiding van het bezoek aan Martinus Wijnen op 25 november 1737. Bron: Notarieel archief van de Maastrichtse notarissen, berustende bij het Historisch Centrum Limburg (HCL)

Laatste Nieuws

Ons nieuws is en blijft altijd gratis als je je inschrijft voor de gratis nieuwsbrief

Er is iets misgegaan. Probeer het later opnieuw

Bedankt voor uw aanmelding. Controleer uw e-mail om de inschrijving af te ronden