Inhoudsopgave
Emeritus-pastoor Gerard Hover ziet dat kerken in deze carnavalstijd worden omgetoverd tot een "bierhal". Verenigingen en fanfares laten wel hun 'drappeaus' zegenen, maar laten hun kinderen niet meer dopen en vieren geen Pasen meer. "Misbruik van het Heilige."
OPINIE
Door: Emeritus-pastoor St. Mathias, Gerard Hover
In het carnavalsseizoen spelen veel pastoors graag in op de onweerstaanbare drang van carnavalsvierders zich in de etalage te zetten. Je verkleedt je per slot van rekening niet voor niks, nietwaar.
Blij met het vooruitzicht weer eens een volle kerk te hebben zetten de pastoors de poorten van hun kerkgebouw weid open en krijgen de carnavallisten tot op het priesterkoor ruim baan. "Komen ze tenminste nog eens in de kerk" klinkt het verontschuldigend en "kunnen we ze nog wat meegeven".
Doet me denken aan de jaren zeventig en tachtig van vorige eeuw. Hopend de teloorgang van de Kerk te kunnen stoppen, kregen de jongerenkoren alle ruimte om op het priesterkoor hun ketelmuziek en zelf gefabriceerde teksten ten gehore te brengen. Vieringen met en rondom zichzelf.
Iedereen blij dat de "jeug" de kerk weer eens van binnen zag. Dat deze toegeeflijkheid geen enkele positieve ontwikkeling in gang kon zetten was toen al te zien. De zondagen dat de "jeug" niet zelf in het centrum kon staan en net als alle andere gelovigen aan de diensten kon deelnemen, schitterde zij door afwezigheid.
Iets vergelijkbaars zien we in de carnavalsstijd. Voor hen voor wie katholiek-zijn inderdaad niet veel meer inhoudt dan het gezamenlijk spreken van het vertrouwde dialect - hoorde ik laatst deken Dautzenberg goed gemutst verkondigen - wordt nu de rode loper uitgerold. Terwijl de gelovigen niet meer hun huwelijk laten inzegenen, niet meer hun kinderen laten dopen en niet meer Pasen vieren (!), staan nu de pastoors gewillig klaar om vaandels van fanfares en verenigingen te zegenen. Niet meer je kostbaarste bezit, je kinderen, bij het doopsel laten zegenen, maar wel je clubvaandel. Inflatie noemt men dat en goed beschouwd misbruik van het heilige.
Tot verbijstering van allen die het hele jaar door het heilige oord van aanbidding met ontzag en eerbied betreden, zien zij nu dat hun pastoors er geen kwaad in zien het priesterkoor en kerkruimte als podium ter beschikking te stellen voor een evenement dat je alleen verwacht in een bierhal.
Een ontluistering.
Laurens Bouvrie
Van onze partner
