Doorgaan naar artikel

Het ‘zure hoofd’ van pastoor Menten

We kijken vanaf de Markt richting de Boschstraat. Op de foto, gemaakt in 1926, is onder meer de Sint Matthiaskerk (rechts) te zien. Toen Ernest Menten in 1920 overleed, was hij pastoor van de parochie van Sint Matthias. Beeld: Beeldbank van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Inhoudsopgave

In 1937 werd Willem baron Michiels van Kessenich (Langebrück, Duitsland 1902-Bilthoven 1992) de nieuwe burgemeester van Maastricht. Hij was de opvolger van Leopold van Oppen. In 1941 deed hij afstand van zijn ambt, net zoals meer dan veertig andere Limburgse burgemeesters, om vervolgens na de bevrijding van Maastricht in 1944 herbenoemd te worden. Uiteindelijk zou hij tot 1967 de Maastrichtse burgervader blijven. In 2021 werd een straat naar hem vernoemd: de Michiels van Kessenichpassage in de wijk Wittevrouwenveld. Ruim twee jaar later kwam de voormalig burgemeester in opspraak, eenendertig jaar na zijn overlijden.

De Limburger publiceerde op 23 september 2023 een artikel waarin het navolgende te lezen is: ‘De Maastrichtse oorlogsburgemeester Willem Michiels van Kessenich zou met de kennis van nu geen straat meer naar zich vernoemd krijgen. Dat stelt een commissie met huidig burgemeester van Maastricht Wim Hillenaar naar aanleiding van een onderzoek naar onder meer de rol van Michiels van Kessenich in de Tweede Wereldoorlog.’ Volgens de commissie staat het vast dat de burgemeester zich op geen enkel moment heeft verzet tegen de invoering van de maatregelen van de Duitse bezetter. Bovendien zou Michiels van Kessenich een ‘uiterst kille houding richting Maastrichtse Joden’ hebben vertoond.

Op deze foto (1945) verlaat koningin Wilhelmina het stadhuis. Rechts van haar staat burgemeester Michiels van Kessenich. Beeld: Beeldbank van het Nationaal Archief

Aardolie in Nederlands-Indië
Hoewel burgemeester Michiels van Kessenich uit een adellijke familie stamde, was zijn moeder niet van adel. Deze moeder, Mathilde Louise Charlotte Menten, kwam daarentegen wel uit een zeer welgestelde familie. Ver weg van Nederland kwam de moeder van de burgemeester in 1876 in Nederlands-Indië ter wereld. Haar vader, ir. Jacobus Hubertus Menten (Roermond 1832-Den Haag 1920), was nauw betrokken bij het begin van de aardoliewinning in de havenstad Balikpapan. Haar grootvader, de Roermondse koopman Pieter Francis Menten (Roermond 1781-Roermond 1865) was de grondlegger van het fortuin in deze tak van de Roermondse familie Menten. De moeder van burgemeester Michiels van Kessenich had een oom die een in zijn tijd bekende Maastrichtenaar was. Ernest Menten was de naam van die oom. Monseigneur doctor Menten mocht hij zich noemen. Op 23 maart 1834 werd hij in Roermond geboren als Josephus Ernest Hubertus Menten. Hij was een volle neef van Dominicus Joseph Menten (Roermond 1815-Den Bosch 1884), een overgrootvader van de bekende Maastrichtse muzikanten Servé Menten en Thei (‘de vogel’) Menten.

Monseigneur doctor Ernest Menten, gefotografeerd in 1915. Beeld: Beeldbank van het Historisch Centrum Limburg (HCL)

Op 14 april 1859 werd Ernest Menten in Roermond gewijd als priester, waarna hij tot 1885 docent zou zijn te Rolduc. In de periode 1885-1891 zou hij pastoor zijn van de parochie van Sint Landricus in Echt. In 1891 werd hij vervolgens pastoor van de parochie van Sint Matthias in Maatricht. In 1911 werd hij tevens deken van Maastricht. Hij zou pastoor-deken blijven tot aan zijn overlijden. Toen pastoor Menten op 18 mei 1920 op zesentachtigjarige leeftijd overleed in de pastorie in de Maastrichter Pastoorstraat 10 was hij tevens onder meer Officier in de Orde van Oranje-Nassau, huisprelaat van Zijne Heiligheid de Paus, en kanunnik van het Kathedraal Kapittel van het Bisdom Roermond.

Maastrichter Pastoorstraat 10, het huis waar pastoor Menten op 18 mei 1920 zijn laatste adem uitblies. De foto werd gemaakt in 1984. Beeld: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Een ‘zuur hoofd’
Op de website die gewijd is aan de Maastrichtse schilder Henri Goovaerts is te lezen dat wie als Maastrichtenaar rond 1900 vond dat hij iets voorstelde, zich door Henri Goovaerts liet portretteren. In juni 1900 had Goovaerts de burgemeester van Maastricht geportretteerd, en een maand later volgde pastoor Menten. Menten liet zich levensgroot en in rijk ornaat afbeelden. Goovaerts leefde zich met zijn talent voor stofuitdrukking uit bij het schilderen van de robijnrode en brokaten kledij van de pastoor. Het portret heeft mede hierdoor de allure van een pauselijk portret, zo lezen we op de website. De website onthult ook nog een Maastrichtse ‘roddel’. Het verhaal gaat dat Menten niet geheel tevreden was over het schilderij. Hij zou de weergave van zijn hoofd niet mooi genoeg hebben gevonden, waarna dit werd aangepast.

Bij beschouwing van het schilderij valt op dat het hoofd relatief klein is. Het lijkt ook in een iets koeler kleurenpalet geschilderd dan de rest van het doek. Toen Gerard Hover in 1992 aantrad als pastoor van de parochie van Sint Matthias, bevond het schilderij zich in het Bonnefantenmuseum. Een voorganger van Hover, pastoor Frans Rouwet, had het daarheen verbannen omdat hij blijkbaar niet tegen ‘dat zure hoofd’ van pastoor Menten aan wilde kijken. Pastoor Hover heeft het portret van pastoor Menten teruggehaald naar de pastorie, om het weer een plek te geven in zijn originele context.

In juli 1900 liet pastoor Menten zich portretteren door de Maastrichtse schilder Henri Goovaerts. Beeld: Website over Henri Goovaerts

Opmerkingen

Laatste Nieuws

Ons nieuws is en blijft altijd gratis als je je inschrijft voor de gratis nieuwsbrief

Er is iets misgegaan. Probeer het later opnieuw

Bedankt voor uw aanmelding. Controleer uw e-mail om de inschrijving af te ronden