Inhoudsopgave
Door: Stephanie Blom, Jules Ortjens en Ria Strik, gemeenteraadsleden voor respectievelijk de SP, Volt en Partij voor de Dieren.
Het blijft fascinerend hoe een handjevol vreedzame idealisten met zelf geknutselde protestborden en een thermosfles koffie de gevestigde orde en het lokale journaille zo op de kast weet te jagen. Het opiniestuk van Hub Brandts over de actie van Stop A2-verbreding en de daaropvolgende vragen van vijf gemeenteraadsfracties is daar een treffend voorbeeld van. Maar ere wie ere toekomt: als indieners van die vragen voelen wij ons nu wel geroepen om te reageren – niet alleen om ons standpunt te verduidelijken, maar vooral om nogmaals iets essentieels naar voren te brengen.
Het demonstratierecht is namelijk geen gezellige beleefdheidsvorm, maar een fundamenteel democratisch recht dat juist zijn kracht ontleent aan het vermogen om machthebbers en de gevestigde orde te irriteren en te ontregelen, en zo misstanden aan de kaak te stellen. Zéker in een tijd waarin de politiek zijn oor wel erg eenzijdig te luister lijkt te leggen en veel burgers constant tegen een muur praten, zoals overigens ook steeds vaker in De Nieuwe Ster betoogd en onderkend wordt.
‘Demonstreren mag natuurlijk’ – maar dan het liefst wel zodat niemand er last van heeft?
In zijn opiniestuk doet Brandts zijn stinkende best om de betrokken actievoerders weg te zetten als een stel naïeve wereldverbeteraars die zich vrijwillig in een politie-inzet hebben gemanoeuvreerd. Hij wekt zelfs de suggestie dat zij ‘de confrontatie’ zouden hebben gezocht, dat bij ons toch meer het beeld opwekt van schuimbekkende hooligans dan van een stel vreedzame wereldverbeteraars. Brandts stelt dat zij toch wisten dat de wet werd overtreden? Nou, dan hadden ze ook kunnen verwachten dat er ingegrepen werd en moeten ze nu niet zeuren, zo luidt de redenering.
Fabrikant
Maar laten de geschiedenis van het demonstratierecht eens rustig onder de loep nemen. De vrouwen die iets meer dan honderd jaar geleden stemrecht eisten, deden dat niet met beleefde ingezonden briefjes naar de gemeenteraad en de burgemeester. De arbeiders die in de negentiende eeuw veertigurige werkweken eisten – waar wij overigens allemaal van hebben geprofiteerd – meldden zich niet aan de poorten met een kan koffie en vlaai voor een knus en constructief gesprek met de fabrikant. De Amerikaanse burgerrechtenbeweging verzamelde zich niet stilletjes op de stoep voor het stadhuis om te voorkomen dat ook maar iemand zich ongemakkelijk zou voelen. Demonstraties zijn per definitie een verstoring van de orde, en dat is ook exact de bedoeling ervan.
Achterafparkje
Wat blijft er immers over van het recht om te demonstreren als dat alleen mag op tijdstippen en plekken die het bestuur uitkomen en waarbij niemand gehinderd wordt? Een kleine samenkomst in een achterafparkje op dinsdagmiddag, het liefst nog achter zwarte schermen ook? Dat is geen demonstratie meer, dat is een halfbakken recept om wéér genegeerd te worden door de zittende macht, ongeacht de redelijkheid van je eisen en het algemeen belang dat je ermee dient.
Waarom toch die angst voor een groepje vreedzame milieuactivisten?De actie van Stop A2-verbreding was een klassieke bezettingsactie: een uiting van het demonstratierecht die al decennia wordt toegepast en waarvan de impact zit in het tijdelijke karakter van de verstoring. In deze casus bezetten een klein clubje demonstranten een gebouw van Rijkswaterstaat omdat juist dáár de beslissingen worden genomen over een snelwegverbreding die – zo is inmiddels wel de consensus – een enorme milieuschade zal veroorzaken. Dat ze zich daarbij tijdelijk hebben vastgeketend aan een pilaar en dat de politie hen uiteindelijk losgeknipt heeft? Dat is geen schokkende confronterende stijl, maar een standaardpatroon bij dit soort acties waarbij een klein aantal getrainde agenten met een draaiboek in de hand dat prima had kunnen afhandelen.
Overreactie
Wat wél schokkend is, is de krampachtige overreactie die dat groepje vredelievende milieuactivisten kennelijk inmiddels uitlokt. Ze werden niet opgepakt omdat ze gewelddadig waren, niet omdat zij een brandende barricade opgeworpen hadden, niet omdat zij een Provinciehuis bestormden met trekkers, niet omdat zij dreigden met het gooien van stenen of molotovcocktails. Nee, hun ‘wapens’ bestonden uit wat ludieke spandoeken en een gezonde dosis idealisme en de hoop op een betere toekomst. En tóch zagen de autoriteiten zich genoodzaakt om een indrukwekkende politiemacht op te trommelen, alsof er een knokploeg van een beruchte motorclub zich in het gebouw had verschanst.
‘Politiek theater’ en ‘krokodillentranen’?
Brandts verwijt de vijf raadsfracties dat zij met hun vragen aan de burgemeester een ‘politieke framing’ hanteren. Zij zouden bewust de politie-inzet als buitenproportioneel willen neerzetten om sympathie voor de demonstranten te genereren. Maar als we even eerlijk zijn: is het niet net zo goed ‘politieke framing’ om deze actie af te schilderen als een ernstige bedreiging van de openbare orde die een forse politie-ingreep rechtvaardigde?
Repressie
Er is een verschil tussen een simpele en kleine wetsovertreding en een ‘dreiging voor de openbare orde’. Niet elke demonstratie waarbij buiten de lijntjes gekleurd wordt, is direct een gevaar voor de openbare orde. De politie heeft een discretionaire bevoegdheid bij dit soort acties: ingrijpen kan en mag, maar de vraag blijft natuurlijk altijd hóe en wanneer dat gebeurt. Deze demonstranten zijn geen criminelen, maar ontzettend betrokken inwoners van onze stad die gebruikmaakten van hun recht om te protesteren. Dat hoort een weerbare democratie simpelweg aan te kunnen, en niet direct in de kramp van repressie te schieten.
Het demonstratierecht is van onschatbare waarde, juist nu.
Een demonstratie zal niet altijd binnen de lijntjes kleuren – het liefst niet, zelfs. Soms zal het schuren, soms zal het tegen de regels ingaan, soms zal het irritatie en ergernis oproepen bij bestuurders, inwoners, journalisten, en handhavers. Maar laten we niet doen alsof dat een grove schande is. Het demonstratierecht is geen museumstuk waar je af en toe nog eens vol weemoed naar kijkt als een overblijfsel uit een ver verleden, maar een springlevend en onmisbaar onderdeel van onze democratie. Zeker in deze woelige politieke tijden.
Boeven
Dus onze oproep aan de burgemeester zou zijn: ga boeven vangen, en laat vreedzame demonstranten zoveel mogelijk met rust. Een boodschap die juist óók de mensen en journalisten aan de andere kant van het politieke spectrum aan zou moeten spreken...