Inhoudsopgave
Voor wie de eerste keer het Pesthuys Podium bezoekt, is het vaak ‘liefde op het eerste gezicht’. Het intieme en uiterst sfeervolle theater aan de Vijfkoppen biedt plaats aan 55 gasten en heeft een podium van 35 vierkante meter voor cabaret, muziek en toneel. Waar ooit buskruit en later papier werd gemaakt, staat nu cultuur centraal.
In 1546 werd een kruitmolen gebouwd op de plek waar nu het theater staat. Deze molen bleef tot 1648 in bedrijf voor de productie van buskruit. Na een explosie in 1733, waarbij de molen grotendeels werd verwoest, werden de overblijfselen in 1774 verkocht aan Willem Frederik de Jacobi, die op dezelfde plek een papierfabriek liet bouwen die de naam 'Het Ancker' kreeg. Na de dood van De Jacobi in 1781 werd de molen verkocht aan de Maastrichtse uitgever en drukker Paulus Lambertus Lekens. Het bedrijf bleef floreren tot de Franse tijd. In de loop van de 19e eeuw ondervond de molen echter problemen door onder andere de aanleg van het Kanaal Maastricht-Luik, waardoor de watertoevoer werd belemmerd. Uiteindelijk werd de molen in 1876 ontmanteld.
Misvatting
Later kreeg het pand de naam Pesthuys hoewel het gebouw nooit als pesthuis heeft gefunctioneerd. Deze misvatting ontstond waarschijnlijk doordat voor de 18e eeuw aan de overkant tegen de stadsomwalling barakken stonden voor pestlijders. Voordat de Stichting Pesthuys Podium in 2006 het pand betrad, zat toneelvereniging M’46 in het gebouw. Vandaag de dag is M’46 een van de huisgezelschappen van het theater.

Bijna kopje-onder
Yves Coenegracht is sinds 2019 voorzitter van de stichting. “Precies een jaar later was ik voorzitter zonder theater door het coronavirus”, zegt hij lachend. Ook het Pesthuys Podium leed er zwaar onder. “We hebben maar twee inkomstenbronnen”, vult penningmeester Niek Janssen aan. “De verhuur van de zaal en de horecaomzet. De opbrengst van de tickets gaat naar de huurder van de zaal. We krijgen geen cent subsidie, maar hebben met Stichting Maasvallei gelukkig wel een zeer plezierige huisbaas. Daardoor kunnen we hier alles draaiende houden. We doen dit niet om geld te verdienen, maar om het theater in stand te houden. Gelukkig hadden we wat vet op de ribben, anders waren we tijdens corona kopje-onder gegaan.”

Geen concurrent
Inmiddels floreert het theater weer met zo’n 150 voorstellingen per jaar. Het Historisch Café Maastricht, het Literair Podium en de kerstvoorstelling ‘Leuk is Anders’ zijn eigen producties. Daarnaast maken de huisgezelschappen M’46, Blik en Papaver gebruik van het Pesthuys Podium. Ook bedrijven en instellingen huren het theater voor bijeenkomsten. “Hierdoor zijn we zes dagen per week bezet”, zegt Niek Janssen. “Maar we verhuren niet voor feesten en partijen. Daar trekken we een streep. We willen geen concurrent zijn voor de Maastrichtse horeca. Alles wat hier gebeurt, moet een culturele inslag hebben.”
Vrijwilligers
Het theater draait volledig op de 45 vrijwilligers. “Daar zijn we erg blij mee”, zegt Yves Coenegracht. “Want per voorstelling heb je vijf vrijwilligers nodig. Voor de bemensing achter de bar en de kassa maken we ons geen zorgen. Vrijwilligers voor de techniek vinden, is een grotere uitdaging. We hebben er nu vier, maar met 150 voorstellingen per jaar komt er veel werk op hun schouders. Dat is ook een van de redenen dat we steeds vaker aanstormend talent een podium bieden. Dat trekt weer jonger publiek en stiekem hoop je dat er ook een paar de stap naar vrijwilliger willen maken. Het ergste wat ons kan gebeuren dat het theater met ons als vrijwilliger uitsterft, want we zijn bijna allemaal niet meer de jongste.”

Bekendheid
Activiteit zit er nog genoeg in het Pesthuys Podium. Ze zijn een samenwerking aangegaan met het Vesting Museum, Roots Unlimited en D’n Hiemel. ‘Roontelum de Hèlpoort’ heet het samenwerkingsverband dat enerzijds promotie maakt voor de vier deelnemende partijen en anderzijds gezamenlijk evenementen organiseert. Het is opmerkelijk dat ons prachtige theater bij velen nog onbekend is”, vindt Niek Janssen. “Er komen hier massa’s mensen voorbij, maar meestal staan ze dan met de rug naar onze voordeur om zich te vergapen aan de Helpoort. Daar mag best verandering in komen.”
