Inhoudsopgave
Op 13 juni 1670 overleed Agatha van Herckenraede. Arnoldus van Melbeeck, de pastoor van de Sint Nicolaaskerk, destijds gelegen naast de Onze Lieve Vrouwekerk, noteerde dit overlijden in zijn begraafregister. De pastoor vermeldde dat Agatha weduwe was van Jan Lansmans, en dat zij een graf kreeg op het kerkhof van zijn kerk. Op het eerste gezicht lijkt dit geen bijzondere aantekening in het begraafregister van de Sint Nicolaaskerk. Maar toch vormt deze aantekening een onderdeel van de Maastrichtse geschiedenis. Agatha was namelijk de weduwe van één van de ‘Vief Köp’ (‘Vijf Koppen’). We gaan terug naar het spannende jaar 1638.
Het ‘Verraad van Maastricht’
Een deel van de lezers van De Nieuwe Ster zal waarschijnlijk al eens iets gehoord hebben over het ‘Verraad van Maastricht’, ook wel het ‘Verraad van 1638’ genoemd. Dit was een complot om de op dat moment ‘Hollandse’ stad Maastricht uit te leveren aan de Spanjaarden. In 1632 had stadhouder Frederik Hendrik, zoon van Willem van Oranje, namens de Staten-Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de belangrijke vestingstad Maastricht veroverd. Op dat moment zwaaiden de Spaanse koning Filips IV en Ferdinand van Beieren, prins-bisschop van Luik, de scepter over Maastricht. De Staten-Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden namen door de verovering in 1632 het stokje over van de Spaanse koning. De ‘Hollanders’ bleven het gezag van de prins-bisschop van Luik wel erkennen, waardoor aan de bekende tweeherigheid van de stad geen einde was gekomen. Pas in 1794, toen Maastricht onder de voet werd gelopen door de troepen van de Franse Republiek, kwam definitief een einde aan de tweeherigheid van Maastricht.
Ondanks dat de gebeurtenissen in 1638 de geschiedenis in zijn gegaan als het ‘Verraad van Maastricht’, kan van een echt verraad niet worden gesproken. Het bleef namelijk slechts bij een mislukte poging van een groep Maastrichtenaren om de stad uit te leveren aan de Spanjaarden. Het voert te ver om in dit verhaal in te gaan op alle details van het complot, maar in het voorjaar van 1638 vonden diverse arrestaties plaats in Maastricht. De ‘bekentenissen’ die door middel van gruwelijke folteringen werden afgedwongen, zorgden voor een volgende reeks arrestaties. Uiteindelijk zouden negen mensen worden onthoofd, van wie pater Servaes Vinck de meest bekende is. Vijf van de negen hoofden zouden op pieken gespietst worden, en vervolgens worden tentoongesteld op het rondeel ‘De Drie Duiven’, met het gezicht naar de vijand. Op die manier zou voor iedereen duidelijk zijn wat met verraders zou gebeuren. Het rondeel De Drie Duiven kennen we tegenwoordig als het rondeel ‘De Vijf Koppen’. Mogelijk dat deze nieuwe naam pas in de loop van de negentiende eeuw in zwang kwam.

De ‘Vijf Koppen’
Eén van de ‘Vijf Koppen’ (‘Vief Köp’) was pater Vinck. Maar ook Jan Lansmans, de echtgenoot van de eerder genoemde Agatha van Herckenraede, zou als één van de hoofdrolspelers in het complot de twijfelachtige eer krijgen om de geschiedenis in te gaan als één van die ‘Vijf Koppen’. Op internet en in diverse boeken zijn talloze verhalen te vinden over deze Jan Lansmans. Hieruit blijkt dat hij een bierbrouwer was die woonachtig was in de straat die we tegenwoordig kennen als de Sint Bernardusstraat. Hij kocht een huis naast zijn huis met brouwerij. Beide huizen lagen tegen de stadsmuur. Via het huis dat Jan aankocht, dat blijkbaar ‘den Halven Maen’ heette, zou een gat worden gemaakt in de stadsmuur, en op die wijze zouden Spaanse soldaten de stad binnen kunnen komen. Ik wilde weten wie die Jan Lansmans was, en welke sporen hij heeft achtergelaten in de Maastrichtse archieven. Ook was ik nieuwsgierig of hij wellicht een bloedverwant was van Maria Lansmans, een betovergrootmoeder van Servaas Jongen (1755-1832), die op zijn beurt een overgrootvader was van mijn Sint Pieterse overgrootmoeder Annette Cremers-Jongen (1879-1943). Maria Lansmans leefde in dezelfde tijd als de onthoofde Jan Lansmans. Was zij wellicht een dochter of zus van Jan? Ik ging op onderzoek uit.

Jan Lansmans koopt een huis
In het archief van het Brabants Hooggerecht in Maastricht ontdekte ik dat Jan Lansmans op 22 februari 1638 voor 1.400 gulden een huis kocht dat ‘achter de Minnebroeders’ lag. Een naam van het huis ontbreekt echter in de overdrachtsakte, en dat terwijl het redelijk gebruikelijk was dat huisnamen werden vermeld in de overdrachtsakte. In de akte werd vermeld dat naast het gekochte huis een huis van koper Jan Lansmans lag. Deze akte is dus daadwerkelijk de akte waarbij Jan het huis kocht dat een onderdeel vormde van het complot. Een stukje tastbare Maastrichtse geschiedenis. De akte vertelt ons ook dat Jan gehuwd was met een zekere Agatha. En zo kwam ik meer te weten over Jan, die in 1638 zijn hoofd verloor en in feite daardoor onsterfelijk werd. Het trouwregister van de eerder genoemde Sint Nicolaaskerk onthult dat Jan Lansmans op 2 november 1622 in het huwelijk trad met Agatha van Herckenraede.
Vervolgens werden in de Sint Nicolaaskerk in de periode 1623-1635 zes kinderen van Jan en Agatha gedoopt. Volgens een in 1638 gemaakt pamflet over de negen uitgevoerde executies, werd Jan Lansmans op 1 mei 1638 onthoofd, en vervolgens gevierendeeld. Zijn hoofd werd zoals gezegd op een piek gespietst. De vier delen van zijn lichaam, ontstaan na de vierendeling, werden opgehangen. Toen Jan onthoofd werd, was zijn echtgenote Agatha in verwachting. Op 4 september 1638, ruim vier maanden na de onthoofding, werd in de Sint Nicolaaskerk een kind van Jan en Agatha gedoopt. Dit laatste kind werd gedoopt met de naam Christianus. Als peter bij dit doopsel trad op Fredericus Paulus, en dit feit zou een belangrijke aanwijzing blijken te zijn bij het achterhalen van de identiteit van Jan Lansmans.

Waren Jan Lansmans en Maria Lansmans bloedverwanten?
De eerder genoemde Maria Lansmans, voormoeder van mijn overgrootmoeder, trouwde op 18 juni 1638, ruim anderhalve maand na de onthoofding van Jan Lansmans, in de Sint Nicolaaskerk met de uit Kanne afkomstige Frederick Pauli. Zij was toen pas negentien jaar. Had dit ‘haastige’ huwelijk te maken met de bijzondere omstandigheden binnen de familie Lansmans op dat moment? Mogelijk dat bruidegom Frederick Pauli identiek is aan de Maastrichtse notaris met dezelfde naam, die op 26 augustus 1647 de eed aflegde na zijn aanstelling. Als dat inderdaad zo is, dan heeft Frederick niet lang kunnen genieten van zijn ambt als notaris, want hij werd in mei 1648 door een soldaat gedood. Maria Lansmans bleef als negenentwintigjarige weduwe achter met jonge kinderen. Het feit dat Fredericus Paulus (die zeker identiek is aan Frederick Pauli) bij het doopsel van het na de onthoofding van Jan Lansmans geboren kind optreedt als peter, is een belangrijke aanwijzing voor een nauwe familierelatie tussen Jan Lansmans en Maria Lansmans. In 1648 of 1649 hertrouwde Maria Lansmans met de in Eijsden geboren bierbrouwer Jan Rutten. In de periode 1650-1661 werden in de Sint Nicolaaskerk acht kinderen van Jan en Maria gedoopt.
Maria Lansmans werd zelf gedoopt in de Sint Nicolaaskerk op 29 maart 1619. Haar ouders waren Jan Lansmans en Catharina Adriaenssen. Deze Jan en Catharina waren op 29 januari 1612 getrouwd in de Sint Nicolaaskerk. Catharina Adriaenssen fungeerde als meter bij het eerste kind van de onthoofde Jan Lansmans. Omdat dit eerste kind, een zoon, Jan werd genoemd, staat vrijwel zeker vast dat de vader van de onthoofde Jan ook Jan heette. Het was namelijk gebruikelijk om de eerste zoon te vernoemen naar de vaderlijke grootvader. Omdat grootouders meestal als peters en meters fungeerden bij de eerste kinderen, trok ik de conclusie dat Catharina Adriaenssen een grootmoeder zou moeten zijn van de kleine dopeling Jan, maar dat was in dit geval onmogelijk. Zonder daar op dit moment een onweerlegbaar bewijs voor te hebben, bedacht ik de hypothese dat Catharina Adriaenssen de tweede echtgenote moest zijn van haar echtgenoot Jan Lansmans, en dat de onthoofde Jan uit een eerder huwelijk van zijn vader Jan geboren moest zijn. Op 8 september 1604 werd in de Sint Nicolaaskerk een Jan Lansmans gedoopt, zoon van Jan Lansmans en een zekere Maria.
Mijn vermoeden is dat deze in 1604 geboren Jan de ‘verrader’ moet zijn. Hoewel hij dan pas achttien jaar was toen hij trouwde met Agatha van Herckenraede, is dat niet geheel ongebruikelijk. Bovendien las ik in één van de boeken over het ‘Verraad van Maastricht’ dat Jan ongeveer vijfendertig jaar was toen hij werd veroordeeld. Het geboortejaar 1604 is dan zeker mogelijk. Bovendien werd het laatste kind van Jan Lansmans (de vermoedelijke vader van de onthoofde Jan) en Maria gedoopt in 1610. Het is dan zeker mogelijk dat deze Jan Lansmans in 1612 hertrouwde met Catharina Adriaenssen. Deze theorie zou dan betekenen dat de onthoofde Jan Lansmans en mijn voormoeder Maria Lansmans halfbroer en -zus waren. Wat kan geschiedenis mooi zijn.

Een eerbetoon
In 2015 werd via ‘De Maestrichter Bierbrouwerij’, waarvan ik één van de initiatiefnemers was, een bier op de markt gebracht dat de naam ‘Lansmenneke’ kreeg. Dit bier werd als een eerbetoon vernoemd naar de onthoofde bierbrouwer Jan Lansmans. De naam werd door mij bedacht. Omdat Maria Lansmans een overgrootmoeder is van Maria Hardi (1732-1811), door haar huwelijk met Paulus Jongen de stammoeder van de Sint Pieterse familie Jongen, is iedereen die de familienaam Jongen draagt, én banden heeft met Sint Pieter, een nakomeling van een vermoedelijke halfzus van een onthoofde Maastrichtse bierbrouwer. Hoe liep het eigenlijk verder af met Agatha van Herckenraede, de weduwe van Jan Lansmans, en haar kinderen? Op 28 januari 1651 zaten Agatha en haar oudste zoon Jan aan tafel bij notaris Arnoldus Vrancken in verband met de overdracht van een huis. De namen van de nog minderjarige kinderen van Agatha werden ook genoemd, namelijk Reijner, Christiaen en Isabel. Van de zeven kinderen van Jan en Agatha zouden er dus drie op jonge leeftijd overlijden. Van Jan, de oudste zoon, is bekend dat deze op 26 oktober 1651 in de Sint Nicolaaskerk trouwde met Joanna Hardi. Uit dit huwelijk werden meerdere kinderen geboren. Welllicht lopen heden ten dage in Maastricht nog nakomelingen rond van de onthoofde Jan Lansmans, één van de ‘Vief Köp’.
