Inhoudsopgave
Volgens directeur Valentijn Byvanck biedt Marres, Huis voor Hedendaagse Cultuur in de Capucijnenstraat, letterlijk en figuurlijk een ruimer blikveld. “Marres is een plek waar je binnenkomt en je niet precies weet wat er gaat gebeuren”, zegt de directeur. “Ik hoop altijd dat wat er dan gebeurt, bezoekers doet stilstaan. In verwondering en verwarring misschien, maar daarmee ook de ruimte schept om de wereld even helemaal anders te zien.”
Door: Mikos Pieters
Alle hoeken van het monumentale pand worden benut, zoals bij de huidige tentoonstelling Vultures & Fireflies van de Mexicaanse kunstenaar Alejandro Galván. “Hij komt ons in allerlei kleurschakeringen vertellen hoe het is om daar te wonen en ons misschien een klein beetje inzicht te geven in een wereld die totaal verschilt van de onze”, vertelt Byvanck. “Het is een tentoonstelling die werkt als een vivid dream: een levendige droom. Die krijg je ’s ochtends net voor het ontwaken. De beelden zijn dan zo krachtig dat je ze de hele dag meedraagt. Je kunt erin verkeren, je kunt het voelen. Het is een tentoonstelling die zo alomvattend is dat je als bezoeker wordt uitgedaagd om erin te bewegen.”

Voor iedereen
Het zijn dit soort tentoonstellingen waarmee Marres jaarlijks zo’n 15.000 bezoekers trekt. Byvanck: “Ik wil dat Marres wordt gezien als een mooi en toegankelijk cultuurhuis van en voor Maastricht.” Een gemeentelijk subsidie van bijna 200.000, die vrijwel helemaal opgaat aan huur, genereert een rijkssubsidie van bijna 800.000 euro. “We hebben een taakstelling van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, maar we willen absoluut geen alien spaceship zijn dat geland is in Maastricht. Iedereen is hier welkom, de stadstuin is openbaar, onze openingen ook en we organiseren verschillende activiteiten waar eigenlijk niemand zich onwelkom hoeft te voelen. Sinds een paar jaar hebben we een outreach-beleid. Dat betekent dat we er niet meer van uitgaan dat mensen naar ons toe komen, maar dat jezelf naar de wereld toegaat. We zijn met allerlei groepen in gesprek en organiseren speciale rondleidingen of activiteiten.”
Educatief programma
“Onze educatieafdeling gaat iedere week naar scholen toe. Niet alleen scholen in Maastricht, maar ook in Kerkrade, Sittard en zelfs in Roermond en Venray. Het afgelopen jaar bereikten we 3.000 leerlingen en komend jaar gaat dat cijfer nog omhoog. Veel scholen, met name het bijzonder onderwijs, weten ons te vinden. Ze willen dat kinderen niet alleen taal en rekenen leren, maar ook hun andere talenten proberen te ontwikkelen. Ons educatieve programma is gericht op de zintuigen. Je kunt naar een kunstwerk kijken of het voelen en dan zeggen wat het betekent. Je kunt ook proberen om het op een andere manier te ervaren.”

Soms moeilijk
“Ik begrijp dat mensen hedendaagse kunst soms moeilijk vinden. Dat is soms ook zo. Maar wat mensen vaak als een ingewikkeld experiment zien, is tegelijk ook een verhaal over onze eigen tijd, vertelt door een kunstenaar in een taal die niet altijd gemakkelijk te verstaan is.”
“Kunstenaars kiezen er vaak voor om de stad te verlaten na hun opleiding in Maastricht. Er is vaak meer te doen in de grotere steden: meer publiek, maar ook meer kunstenaars. Toch zijn er ook die hier blijven. Niet omdat dit de beste plek is voor hun praktijk, maar omdat het een rustige en mooie stad is, en je ook kan aanzetten om in relatieve eenzaamheid en stilte je eigen werk te maken. Voor de stad is het belangrijk om kunstenaars een goed klimaat te bieden. Zorg dat het rijke talent dat hier aanwezig is, kansen krijgt en de ruimte om te bloeien en iets op te bouwen. Maastricht heeft hele goede instellingen. Ik heb het niet alleen over een kunstacademie, maar ook over de Jan van Eyck Academie, het Bonnefantenmuseum, Bureau Europa en het Museum aan het Vrijthof. Er is heel veel hier. Maar de kunstenaars moeten ook kunnen wonen en werken na hun opleiding.”
Brouwersfamilie
Om de brouwersfamilie Marres te eren, die het huis drie generaties lang bewoonde en waaraan de naam is ontleend, wordt een stadswandeling ontwikkeld en is er een nieuw Marres-bier gebrouwen. “Het valt in de smaak, want het vliegt de deur uit”, zegt Byvanck.

Limburg Biënnale
Het is dezelfde ondernemende geest als bij het opzetten van de Limburg Biënnale. Byvanck: “De Limburg Biënnale is geboren tijdens de coronapandemie. Ik ben altijd een grote fan geweest van de Royal Academy of Arts Summer Exhibition in Londen. Iedereen, van professionele kunstenaar tot amateur, kan zich inschrijven. Uit een enorme hoeveelheid inzendingen nodigt een jury en curatorenteam kunstenaars uit om samen met hen in een kamer hun werk te exposeren. Zo ontstaat ook een verbinding tussen professionele en amateurkunst en solidariteit tussen allerlei verschillende soorten kunstenaars. Ik denk dat het belangrijk is om te laten zien dat er ontzettend veel mensen zijn die kunst maken en dat het verschil tussen amateur- en professionele kunst lang niet zo scherp als we denken. De biënnale is een enorm succes. We begonnen met 600 inzendingen, bij de derde editie in 2024 hadden we er al meer dan 3.000.”
Noodzaak of franje?
Voor Byvanck zijn kunst en cultuur noch noodzaak, noch franje. “Als je dat tegenover elkaar zou zetten als noodzaak en franje, dan onderschrijf je een hele enge definitie van cultuur die vaak gaat over dingen die je toch al niet lust. De brede opvatting van cultuur gaat over zoveel zaken die ons leven kleur geven. Stel nou dat alle musea, muziek, theaters, film, carnaval en dans uit ons leven zouden verdwijnen? Waar werk je dan nog voor? Waar heb je dan nog plezier van?”
Zekerheid en rust
“Ik vind het huis intiem, de tuin prachtig en het restaurant is ook geweldig. Ook hebben we het leukste team ter wereld. Wat ons zou versterken is meer zekerheid en rust, en de mogelijkheid om dit gebouw toegankelijk te maken voor iedereen. Mensen die slecht ter been zijn, kunnen nu niet naar de bovenverdieping. Ik zou daarom ontzettend graag een lift voor Marres willen en wat meer ruimte om groepen te ontvangen. Het plan ligt klaar, maar we zullen in de komende jaren geld en draagvlak moeten verzamelen”, besluit Byvanck.
