Inhoudsopgave
"We gaan gewoon door", zegt de 68-jarige Mieke Coenen in haar atelier aan de Kasteel Holtmeulenstraat 9. "Dit was geloof ik in 1954 het allereerste bedrijfsverzamelgebouw van Maastricht." Nu is het gebouw van de stichting SAM: Samenwerkende Ateliers Maastricht. De stichting vraagt nog minder dan bescheiden huurprijzen: kunstenaar zijn is niet altijd een vetpot. Voorwaarde om er te kunnen huren is wel dat je moet aantonen dat je kunstenaar bent.
Coenen kwam via beeldhouwen en het theater terecht in de kostuumvormgeving. "Beeldhouwen met textiel." Ze werkt voor kleine groepjes of particulieren. Ze heeft enkele rijke klanten, voor wie ze op maat ontwerpen maakt. Een vrouw uit Brussel laat bijna alles door haar ontwerpen. Ze heeft de knippatronen op een rek hangen. "Iets op maat laten maken kost gewoon al snel tientallen uren werk. Je modelleert het zo, dat iemand er op zijn of haar best uitziet. In de kunst is het vaker zo dat je een mecenas nodig hebt."
Jonge Italianen
Enkele deuren verder zit schilder Ton Franssen uit Vaals. Ook al iemand die de gepensioneerde leeftijd heeft bereikt. Hij noemt zichzelf een "symbolist". Hij werkt met symbolen - vaak dode vogels - die als kapstok dienen voor de kijker. Die kan aan de hand van de symboliek in een schilderij zijn eigen verhaal in zijn hoofd maken. "Ik ben een verhalende kunstenaar. Ik voel me thuis bij de Jonge Italianen, meer dan bij de Deutsche Wilden." Voor wie wil weten hoe dat precies zit: zijn deur staat altijd open, ook na het open atelierweekend.
Hoop zand
Als we binnenvallen bij Frits van Roon en Marianne van der Bolt, aan de Kasteel Schaloenstraat 8, valt Frits meteen met de deur in huis. "Ik ben niet van de lichting kunstenaars die een hoop zand op de grond gooit, daarnaar kijkt en zegt: dit is de wereld." De beide kunstenaars komen uit Heerlen, maar konden daar geen goede plek vinden. Ze zijn zeer tevreden over hun atelier van SAM. Groot genoeg, betaalbaar. Ze betalen 280 euro per maand. Frits werkt vooral beeldend, Marianne met brons en met andere materialen. Marianne houdt van mythologie.
Schilder en violist
Aan het Mariabastion 50 treffen we André Kok aan. De Brabander studeerde van aan de Stadsacademie voor toegepaste kunsten in Maastricht. Hij bleef daarna hangen in Maastricht. Vestigde zich in De Ravelijn, waar hij nu al tientallen jaren zijn atelier had. Tegenwoordig schildert hij veelal abstract. "Deze vorm van schilderen is veel risicovoller. Je schildert vanuit gevoel. Er verdwijnen daardoor ook wel eens werken in de prullenbak omdat ik vind dat ze mislukt zijn. Maar dit soort werk maakt het voor mij ook veel spannender en bevredigender wanneer het slaagt. Opmerkelijk is dat André naast kunstenaar ook nog professioneel violist is. "Ik wissel die vakken met heel veel plezier af. "Ik wissel die twee creatieve vakken met heel veel plezier af.
Iets betekenen voor mensen
Iets verder in het Mariabastion heeft Jean-Paul Delcourt zijn atelier. Jean-Paul is Goudsmid. Een en al enthousiasme als hij over zijn vak vertelt. Zijn vak is iets voor mensen betekenen, het goudsmeden komt op de tweede plaats. Mensen komen hier om hun trouwringen te laten maken en zijn supergelukkig. Maar de volgende klant komt met de ringen en de juwelen van de overleden echtgenoot, om daar iets moois van te laten maken."
Gouden handjes
Delcourt is een spraakwaterval. "Ik denk dat mijn spectrum begint met de letter A." Op de toonbank liggen de dikke zaterdageditie van het NRC en de Groene Amsterdammer. De weegschaal is symbolisch voor zijn sterrenbeeld. Delcourt komt uit Maastricht, studeerde er aan de Kunstacademie. Hij werkt niet alleen met edelmetalen, hij heeft ook gouden handjes, zo blijkt als hij een klapper laat zien met foto's van gemaakt werk. Alles blijkt mogelijk. "Iemand wilde een 18-karaats gouden scheidsrechtersfluitje hebben. Dus dat heb ik gemaakt, compleet met trilballetje. Het was best nog wat werk om de luchtstroom goed te krijgen. Voor een bekende scheidsrechter? Nee, nee. Iemand wilde dat gouden fluitje hebben voor in de kroeg."
Door tot 100
Delcourt is zes dagen per week te vinden in het kleine atelier. Hij betaalt er 140 euro per maand voor. "Daarom kan ik ook goede prijzen maken. Als je in het centrum voor een pijpenlade 3500 euro huur moet betalen, moet je dat natuurlijk doorberekenen aan je klanten. Reclame maken? Nee, dat heb ik nog nooit gedaan. Ik leef van mond-tot-mond reclame. Ik ben nu zestig. Ik ga door tot ik honderd ben en daarna ga ik wat anders doen."

