Inhoudsopgave
Veel zwarte balken. Dat is het beeld als je veel stukken ziet die je krijgt met een beroep op de Wet Open Overheid. Soms is dat hilarisch: als je op een of meerdere pagina's helemaal geen tekst meer ziet, maar letterlijk alles zwart is geworden voor je ogen. En heel soms kun je meekijken hoe de overheid achter de schermen opereert. En dat laatste is zo in het dossier van de afgezaagde balk in Maastricht.
ANALYSE
Bij die balk gaat het om een stuk van 90 centimeter monumentale moerbalk in de Kleine Staat 20. Volgens de gemeente is die balk onrechtmatig ingekort, reden om de bouw van vier woningen in het pand tegen te houden. Volgens de eigenaar van het pand was er wel degelijk een vergunning om de balk weg te zagen. Dat zou blijken uit een tekening. En ook uit het feit dat de constructieberekening over hoe die houten balk balk met een stalen pilaar op te vangen, was geaccordeerd door de gemeente.
De nu openbaar gemaakte - honderden - stukken geven interessante inzichten als het gaat om de vraag hoe de lokale overheid opereert. Die inzichten zitten in opmerkelijke mails. Zo is er een ambtenaar die wel heel erg enthousiast aandringt op het invorderen van verbeurde dwangsommen. Zo enthousiast dat een collega hem erop wijst dat het hem "verstandig lijkt eerst de uitspraak van de rechter in kort geding af te wachten."
Interessant is ook om het proces-verbaal te lezen van het gevoerde kort geding, waarbij een tekening cruciaal is. Dat is de tekening die hoort bij de vergunning waarop de eigenaar zich baseert. De rechter lijkt het volledig eens met de uitleg van de eigenaar. Citaat 1: "Maar het staat toch duidelijk op de tekening. Waarom is er hier discussie over?". Citaat 2: "Maar had het dan niet voor de hand gelegen dat de gemeente naar aanleiding van de tekening duidelijker had aangegeven dat de moerbalk niet vergund is?"
De advocaat van de eigenaar heeft er ook een deskundige naar laten kijken die zegt dat goed te verdedigen is dat het afzagen van de balk wel degelijk vergund is. En saillant is nog wat notabene de advocaat van de gemeente er zelf over zegt: "Nogmaals, de schoonheidsprijs verdient het niet. Dit is niet goed gegaan bij de gemeente."
Tot zover de inhoud.
Het beeld dat naar voren komt uit de honderden openbaar gemaakte stukken is er een van ambtenaren die de rijen sluiten en die zich ingraven. Die afgezaagde balk zal en moet terug geplaatst worden. Het is - het dossier laat zich niet anders lezen - een pure principekwestie geworden. "Dat het niet goed gegaan is bij de gemeente", daar wordt geen consequentie aan verbonden.
Er is geen enkel voorstellingsvermogen dat de eigenaar wel degelijk heeft kunnen denken - en wellicht nog steeds mag denken - dat hij de balk weg mocht zagen. En mogelijk krijgt hij in de bodemprocedure alsnog gelijk.
Naar buiten toe zeggen de ambtenaren triomfantelijk dat de eigenaar het kort geding verloren heeft. Dat is juist, maar dan is het wel zo chique om te vermelden dat dat vooral om formele redenen is: het vereiste spoedeisende belang ontbreekt. Er is voor de rechter geen acute noodsituatie die een orde-maatregel rechtvaardigt.
De loopgravenoorlog duurt voort. De ambtenaren willen wel meewerken aan de woningen, maar dan moet eerst de balk terug. Dan moet de trapopgang alsnog dwars door de winkel van Mr. Marvis. Dat kan de eigenaar contractueel niet meer doen richting zijn huurder Mr. Marvis. Dat is bekend. En met zo'n korte draaitrap kunnen de huurders alleen nog maar Ikea-meubels boven krijgen.
De eigenaar wil en kan daar ook niet meer in meegaan. Hij is, zo blijkt uit de honderden stukken, vooral boos, wanhopig, verdrietig, gefrustreerd en teleurgesteld. Vrij vertaald: het is voor hem eindeloos vechten tegen de ambtelijke windmolens. Of zijn toon nu vriendelijk of dreigend is, het maakt niets meer uit.
Wat ook uit het dossier blijkt, is de macht van de ambtenaren. Zij dicteren het frame. Als die balk niet terugkomt, is monumentaal Maastricht overgeleverd aan de hunnen. Het is een sterk frame, waar iedereen in het stadhuis zich voorlopig achter schaart.
De hele kwestie laat zien hoe de ambtenaren de facto de macht hebben. Terwijl ze adviseren. Dat wil zeggen dat je zo'n advies ook naast je neer zou kunnen leggen. Op basis van bijvoorbeeld een redenering die aanhaakt bij een soort hardheidsclausule. In sommige gevallen moet je ook verder kunnen. Je zou het advies ook naast je neer kunnen leggen op basis van een soort noodtoestand: de woningnood. Die is in Maastricht immers reden om van heel veel bestemmingsplannen en lokale wetgeving af te wijken.
De ene nood, woningnood, weeg je dan af tegen het andere belang: dat van het behoud van monumenten en van monumentale waarde. Dat is waar het in de politiek om zou moeten gaan. En waar gaat het dan om? Vier concrete woningen tegenover een moerbalk (één van de circa twintig in het pand) die in het pand al niet te zien was, en die voor mensen van buitenaf nooit te zien is of zal zijn.
De rede, het gezonde verstand, lijkt als eerste het onderspit te hebben gedolven in deze strijd. Partijen graven zich steeds verder in, niet meer bereid om de ander de helpende hand toe te steken. De vraag is wat het doel van de overheid is of zou moeten zijn? Helpen of tegenstribbellen? In Maastricht lijkt er een combinatie gevonden: voor de buitenwereld mee willen helpen om toch tot een vergunning te komen, maar intern tegenstribbelen om diezelfde vergunning niet te hoeven afgeven. En daar is zelfs een woord voor: meestribbelen.
De vraag is ook wie de ambtenarij controleert? Terechte vragen, de Toeslagenaffaire is nog niet zo oud. Natuurlijk, de rechter controleert of de uitvoerende macht (de dagelijkse bestuurders en de ambtenarij) de wetten goed uitvoert en toepast. Maar de rechter houdt daarbij wel veel afstand. Het gaat niet om de vraag wat het beste besluit is, het gaat om de vraag of het besluit van een overheid zo genomen had kunnen worden, zoals gedaan is.
Waar vindt de burger die te maken krijgt met de machtige machinerie van de overheid nog steun? Dat zou kunnen zijn bij de gemeenteraad, het hoogste orgaan in de gemeente. Die kan zich volgens rechtsgeleerden ook met de uitvoering van beleid bemoeien, ook al vinden wethouders dat dat hun werk is en dat de raad vooral de kaders moet stellen. Maar wat als die wethouders vooral doorgeefluik zijn van de ambtenaren van wie ze ook voor een belangrijk deel afhankelijk zijn. Want stel dat ambtenaren een wethouder niet meer actief steunen maar lijdzaam verzet plegen, dan komt een wethouder al snel in de problemen. Dat is de reden dat een wethouder niet snel een ambtelijk advies naast zich neerlegt.
En natuurlijk is er nog de journalistiek. Journalisten kunnen beschrijven hoe de overheid zijn werk doet. En heel soms helpt de Wet Open Overheid dan. Zoals deze keer.

